Beschermheer van Roses for Children Herman van Veen
EIGENLIJK WILLEN WE EEN WONDERTJE...
“'Stel je voor: een Afghaans jongetje van amper drie jaar oud, op de vlucht voor bombardementen. Hij heeft niets te eten, nauwelijks te drinken. Díe kinderen dienen een stem te krijgen, een eigen plek.
Ik heb mij er altijd over verwonderd dat regeringsleiders zich verzamelen rond graven van onbekende soldaten. Dat is uiteraard zeer terecht, maar in oorlogen en conflicten zijn niet alleen soldaten te betreuren. Ook anderen, onder wie kinderen, lijden daaronder, terwijl zij vaak part noch deel hebben aan dat conflict. Juist voor die onschuldigen is er te weinig aandacht. Het gaat ons om deze stille slachtoffers, waar regeringen niet bij stilstaan en waar geen plek voor is. Het Monument voor het Onbekende Kind gaat zo'n plek worden. Een plek waar als het ware koningen en regeringsleiders bloemen leggen. Niet als tegenhanger of alternatief, maar naast het Graf van de Onbekende Soldaat.
Dit monument gaat een onvergetelijke plek worden. Het wordt indrukwekkend, met die grote stenen waar je op kunt klimmen, dat is avontuurlijk. Maar het is ook een plek waar veel uitleg mogelijk is. Neem nou alleen al zo'n reis van een steen uit China: dat spreekt tot de verbeelding.
Want die stenen gaan uit alle delen van de wereld komen. Elke keer als er een steen wordt gebracht, is dat weer een moment van bezinning. Dat we ons bewust worden dat er te veel onschuldigen sterven en er te veel onnodig verdriet is. Zo hopen we een plek te creëren die mooi is, die troost biedt. Een plek waar wij stilstaan bij het leed dat kinderen wereldwijd wordt aangedaan. Een stille, vrolijke plek waar je aandacht mag schenken aan iets wat we eigenlijk niet mogen accepteren. Er is immers geen enkele rechtvaardiging te vinden voor de dood van een onschuldig kind.
Eigenlijk willen we een wondertje, een plek die nergens in de wereld is, maar die van de wereld is… ? Iedereen zal een steen kunnen sponsoren. Dat moet de wereld weten, zodat iedereen ons kan helpen dit wonder te realiseren."
Bron: Yarden Magazine (ingekorte versie)
BESTUUR
Rob Frank, voorzitter
STENEN VERBONDEN MET ONZICHTBARE DRADEN
"Wat is er anders te doen dan ‘ja zeggen’ als je gevraagd wordt om mee te helpen, mee te werken aan het realiseren van de doelstellingen van de Stichting Roos.
Dus zei ik ‘ja’, toen me werd gevraagd of ik voorzitter wilde worden. Zoals ik ‘ja’ zei toen me werd gevraagd of ik de steen uit Israel wilde regelen , of de jubileumbijeenkomst ter gelegenheid van het eerste lustrum van het Monument
aan elkaar wilde praten, zoals ik nog vaker ‘ja’ zal zeggen als Mirjam en Sil me iets vragen.
Misschien zeg ik ook nog wel eens ‘nee’, maar dat zal ik dan goed uitleggen.
Voorzitter klinkt gewichtig, maar voor mij betekent het alleen maar, dat ik zal trachten de doelstellingen van de Stichting Roos te helpen realiseren, met als apotheose de plaatsing van de laatste steen in het Monument in Arnhem.
Met de plaatsing van die laatste steen zal een monument gerealiseerd zijn dat uniek is in de wereld. Duizenden tonnen steen verplaatst over duizenden en duizenden kilometers . Elke steen een bundeling van energie, van duizenden jaren geschiedenis, lief en leed, leven en dood. En al die energie en geschiedenis gebundeld, samengebald op die ene plek in Arnhem, met onzichtbare draden verbonden met al die plekken waar ze vandaan komen.
De moeder en haar kinderen van over de hele wereld."
Mirjam van Oort, secretaris
DROOM IN UITVOERING
"Het Monument voor het Onbekende Kind vertelt over kinderen, over dood, over leven. De dood van een kind verandert je kijk op het leven. Kinderen horen niet te sterven. Ik heb geen kind verloren en daar ben ik dankbaar voor. Wel heb ik als kinderverpleegkundige in het Radboud ziekenhuis vaak meegemaakt dat anderen afscheid moesten nemen; de noodzaak, de moed en de pijn om een kind los te laten. Ik heb onmacht gevoeld, verdriet gedeeld. Het heeft mij voor altijd veranderd.
Het leven van kinderen gaat mij en ons allen aan. De pijn van het verlies van een kind is universeel en liefde houdt bij de dood niet op... Als ik zie hoe mijn kinderen in het leven staan, hoe ze leven en meestal gelukkig zijn, voel ik soms heel scherp de onrechtvaardige ongelijkheid. Wij hebben zoveel kansen gekregen, tegelijkertijd zijn er heel veel mensen - die net zoveel rechten hebben - maar die geboren zijn onder totaal andere omstandigheden.
In 1999 ontmoetten we Herman van Veen en zijn droom werd onze droom: een monument voor alle kinderen. Het viel ons toe hieraan invulling te mogen geven. Stichting Roos werd opgericht en vanaf dat moment is het een ‘droom in uitvoering’. Het vorm mogen geven aan de levenscirkel - de cirkel van stenen met in het hart de ‘Roos’ - en alles wat we daarbij tegenkomen, is mijn passie.
Het maken van dit wereldmonument gaat verder dan het verzamelen van stenen. Het gaat om het verhaal achter de stenen; om de geschiedenis en de toekomst van de kinderen; om liefde, om zorg, om de rechten van ieder kind. We hadden de stenen ook kunnen kopen. Dan was de cirkel in een keer klaar geweest, maar het monument zou niet leven. De verhalen zouden immers ontbreken. Ik voel dat alles met elkaar verbonden is. We creëren monumenten als een draad van verbondenheid over de wereld. Een belangrijke schakel tussen mensen die voor kinderen zorgen, die zich het lot van kinderen aantrekken.
Bij de start van het project wisten mijn zus Sil en ik dat het een avontuur vol risico’s zou worden. Risico’s die de moeite waard zouden zijn. Er waren nogal wat mensen, die ons erop wezen dat het weliswaar een fantastisch idee was, maar dat het ook een onmogelijk en onuitvoerbaar plan was. Natuurlijk zeiden sommigen van hen dat we het niet zouden gaan redden. Dat we de lat veel te hoog legden en dat het ons niet zou lukken tonnen zware stenen uit alle windstreken van de wereld gratis naar Nederland getransporteerd te krijgen. En dat we mensen in het buitenland niet zouden kunnen motiveren voor de verwezenlijking van een monument in hun land.
Toegegeven... het is niet altijd even gemakkelijk. Maar ons onverwoestbaar vertrouwen geeft energie en brengt ons steeds verder. Het is een avontuur, dat van alles op ons pad brengt. Vallen en opstaan, met steeds iets anders, iets vreemds, iets onverwachts, iets wat tegenzit, iets wat ontroert en blij maakt. Nooit saai, nooit onmogelijk, niet gemakkelijk, soms vermoeiend, maar o zo de moeite waard.
Als zussen zijn we op elkaar afgestemd en samen zijn we in staat de passie en het praktische een te laten worden om dit project te kunnen verwezenlijken. Steeds vaker glippen we in elkaars gedachtegang. We hebben weinig woorden nodig. We weten precies wat we aan elkaar hebben. We hebben, naast het vele dat we samen ondernemen voor ‘Roos’, ook ieder ons eigen leven. Dat is verfrissend en het houdt ons scherp! We leren steeds. Wat hebben we goed gedaan? Wat kan beter of anders?
Gewoonlijk word ik regelmatig meegesleept door de stroom van dagelijkse dingen, de overvloed van activiteiten, de keuzes die ik moet maken. Maar wanneer we op steenreis zijn, draaien we de knop om en richten we ons op de reis en het doel ervan. Vaak wagen we de sprong in het duister door aan onze ingevingen gehoor te geven. Pas later zien we de logica of het risico van die sprong.
Dit project... levert een bijdrage aan de wereld. Deze ‘bewegingloze’ stenen, die aandacht vragen voor alle kinderen kunnen een grote beweging in de goede richting in gang zetten. Als we daarin niet zouden geloven, zou het niet lukken het monument te verwezenlijken."
Sil van Oort, penningmeester
IN DE BAN VAN ...
"Sinds het begin, in 1999, ben ik betrokken bij het Monument van het Onbekende Kind. In al die jaren is het werken voor Roses for Children / Stichting Roos steeds meer een levenstaak geworden. Ik weet niet precies wat het is wat mij zo in de ban houdt van al die onbekende kinderen. Gelukkig heb ik nooit een kind verloren. Wel was ik dichtbij toen vrienden van mij kinderen verloren. Dat doet zeer. Dat raakt.
In mijn belevingswereld hebben kinderen altijd een warme plaats gehad en nog. Al jaren maak ik rouwkaarten en schilderijen voor kinderen en illustreer ik boeken, die te maken hebben met verdrietverwerking rond een kind.
Mijn betrokkenheid bij de kinderen van de wereld kan ik daarnaast ook op een prachtige manier vormgeven in mijn activiteiten bij Stichting Roos.
Wat we doen is een druppel op een gloeiende plaat, maar soms maakt zelfs die druppel een wereld van verschil. Zeker in het buitenland heb ik vaak het gevoel dat we daadwerkelijk bijdragen aan een betere situatie voor kinderen. De bemiddelende rol die we hebben, het luisterend oor, de aandacht en vooral het vertrouwen. Alsof we de wereld een beetje in het licht kunnen zetten.
Om dit samen met Mirjam, mijn zus, te doen voelt helemaal goed. We gaan op dezelfde stroom, met dezelfde bezieling en bevlogenheid. We proberen problemen als uitdagingen te zien en het zijn soms spannende momenten die we beleven. Heel veel doen we voor de eerste keer en het is fijn om dan haar vertrouwdheid om mij heen te voelen. Om allebei dan te kunnen zeggen “kom, we doen het gewoon.” Ik leer zoveel, iedere keer weer. Ik vind het fantastisch dat ik dit mag doen.
Toeval? Nee, ik denk niet dat het toeval is dat we Herman tegen kwamen.
It was meant to be."